Zes tips voor leerling en instructeur: wat te doen bij sirene en zwaailicht?
Een realistisch scenario: de rijinstructeur geeft les en ziet plotseling een politievoertuig met zwaailichten en geluidssignalen in de binnenspiegel dichterbij komen. Wat wordt er wel en niet verwacht van een (aspirant) bestuurder in een dergelijke situatie? RijschoolPro sprak met politie-rijinstructeur en rijschoolhouder Mark Jansen. “Het voor laten gaan van een voorrangsvoertuig mag nooit leiden tot gevaarlijke situaties. Er wordt van níemand verwacht dat halsbrekende toeren worden uitgehaald.” Zes tips op een rij.
De meest bekende voorrangsvoertuigen zijn politiewagens, ambulances en brandweerwagens. Ook andere hulpdiensten beschikken over voorrangsvoertuigen, zoals het Rode Kruis, Stichting Sanquin (bloedtransport), Prorail, Arrestantenvervoer en verschillende andere instanties.
Tip 1: Wees voorbereid
Goede voorlichting en waarschuwingssystemen lijken succesvolle oplossingen om de omgang met voorrangsvoertuigen te verbeteren. Dat stelde het Instituut Fysieke Veiligheid enkele jaren geleden. Het instituut hield een grootschalige enquête waaruit bleek dat 60 procent van de automobilisten wel eens moeite heeft met een voorrangsvoertuig snel en veilig voor te laten. Maar liefst 90 procent van de respondenten gaf aan behoefte te hebben aan voorlichting.
Zeker een beginnende leerling kan in paniek raken wanneer hulpdiensten met optische signalen en geluidssignalen naderen. Bespreek daarom van te voren wat de regels en afspraken zijn, zodat de leerling verschillende scenario’s kan bedenken om zo de situatie veilig op te lossen. Jansen geeft aanvullend advies: “Het gebruik van instructiemiddelen, zoals een tablet met verkeersschetsen, kan hierbij duiding geven.”
Tip 2: Overtreed geen verkeersregels
Bestuurders moeten zich ook in dit soort noodgevallen aan de verkeersregels houden. Het is niet toegestaan om de maximumsnelheid te overschrijden of even door rood licht te rijden om ruim baan te maken. Als er geen ruimte is, rijd dan door met dezelfde toegestane snelheid. Het is namelijk belangrijk dat de bestuurder zich zo voorspelbaar mogelijk gedraagt.
Politieagent Jansen zegt dat even snel door rood rijden een veelvoorkomende fout is, ook al bedoelen veel bestuurders het goed. “Bestuurders trachten vrijbaan te maken, maar het werkt vaak averechts.” Jansen geeft ook een concrete tip aan bestuurders die stilstaan bij een verkeerslicht. “Vaak is het bij een rood verkeerslicht al voldoende ietsjes naar voren te rijden en zijdelings ruimte te creëren.”
Tip 3: Voorrangsvoertuigen gaan wel voor
Voorrangsvoertuigen mogen wél afwijken van de verkeersregels, mits dit de uitoefening van hun taak bevordert. Bijvoorbeeld in het geval waarbij een mens in een levensbedreigende situatie verkeert. Of bij het voorkomen van een levensbedreigende situatie en een ernstige verstoring van de openbare orde. Blijf dus altijd alert.
Stel de leerling rijdt op een voorrangsweg en er komt een voorrangsvoertuig uit een van de zijstraten, dan moet de leerling dat voertuig voor laten gaan. Het maakt daarbij niet uit of de bestuurder zelf op de voorrangsweg rijdt.
Voorrangsvoertuigen met zwaailichten en geluidssignalen volgen strenge richtlijnen. Dit soort voertuigen mogen met toestemming van de meldkamer in beperkte gevallen gebruikmaken van de signalen.
Tip 4: Blijf kalm en rustig
Dit geldt voor de leerling én de rijinstructeur. Het is heel gevaarlijk om plotseling te remmen. Vervolg de weg en wacht tot er op een veilige manier ruimte gemaakt kan worden. Oordeel zelf als instructeur of de leerling de situatie zelf kan oplossen, of dat er een handje geholpen moet worden. “Ik leg steevast een handje op het stuur. Dan weet ik zéker dat ik bij een paniekreactie van mijn cursist op tijd ben met een eventuele ingreep,” aldus Jansen. Uiteindelijk blijft de instructeur de juridische bestuurder.
Volgens Jansen is het een veelvoorkomend probleem. “Het zal niet voor het eerst zijn dat vanuit een paniekreactie aanrijdingen ontstaan door het trachten voor te laten gaan van een voorrangsvoertuig.”
Tip 5: Neem op tijd waar
Het is soms lastig een voorrangsvoertuig op tijd op te merken. Uit onderzoek blijkt dat het vaak voorkomt dat bestuurders het voorrangsvoertuig laat opmerken, vooral als deze van achteren nadert. Het is daarom belangrijk dat er voldoende gescand wordt. Stilstaan betekent niet dat de leerling niet meer op hoeft te letten, er kan zich altijd nog een gevaarlijke situatie voordoen. De bestuurder moet natuurlijk zorgen voor genoeg ruimte tussen hem en de voorligger.
Heb je het voorrangsvoertuig al opgemerkt en nog voldoende tijd over, betrek dan de leerling bij het lokaliseren van het voertuig. Dat adviseert Jansen. “Kauw niet alles voor!”
Daarnaast werkt een koptelefoon en een dikke basspipe in de kofferbak niet mee aan het opmerken of waarnemen van een naderend voorrangsvoertuig, zo stelt Jansen. “Het gevaar voor paniekreacties ligt vervolgens op de loer. Het niet hands-free gebruik van de GSM is inmiddels dermate actueel en meer dan belicht, maar let wel op.”
Tip 6: Wijk alleen uit als het kan
Wijk alleen uit naar verharde weggedeelten, zoals parkeerhavens. Het kan wel een instinctieve reactie zijn om gelijk naar de berm uit te wijken, maar dit kan heel gevaarlijk zijn, zeker op provinciale wegen. Is er geen ruimte om uit te wijken? Blijf dan op de weg rijden met de maximaal toegestane snelheid en houd daarbij zoveel mogelijk rechts. De bestuurder van het voorrangsvoertuig zoekt zelf wel een geschikt moment om in te halen.
Rijd de bestuurder op een rotonde, blijf dan als dat mogelijk is, de rotonde volgen totdat het voorrangsvoertuig de rotonde heeft verlaten. Dit kun je scharen als een extra rondje van de zaak.
Bron: Rijschoolpro, 12 januari 2018.
Wilt u meer weten over onze opleidingen?